De Geschiedenis van de Somali

In 1967 werkte Evelyn Mague, een Abessijnenfokster uit Amerika (cattery Lynn-Lee), als vrijwilliger in een dierenasiel. Op een dag werd hier een kater binnengebracht die al vijf eigenaren achter de rug had. Evelyn Mague was direct helemaal weg van deze kat, want het was een langharige Abessijn! Ze noemde hem George en vond een liefdevol thuis voor hem. Daarna ging ze op onderzoek uit naar waar deze kat toch vandaan kwam. Tot haar grote verbazing bleek dat de ouders van George in haar eigen cattery verbleven namelijk de Abessijn kater Lynn-Lee's Lord Dublin en de Abessijn poes Lo-Mi-R's Trill-by. Met deze twee katten heeft ze daarna nog enkele nestjes gefokt waar in totaal zes kittens in zaten met lang haar. Daar de Abessijn genoemd is naar het land Abessynië (nu Ethiopië), waar de Abessijn waarschijnlijk zijn oorsprong heeft, besloot Evelyn Mague deze halflangharige katten Somali te noemen, het buurland van Abbesynië om zo de verwantschap met de Abessijn aan te duiden.

Evelyn Mague begon te werken aan de erkenning van het ras Somali en richtte daarvoor in 1972 de Somali Cat Club of America (SCCA) op. Zeven jaar later, in 1979, kreeg de Somali de kampioensschapstatus van de CFA (Cat Fanciers Association) en daarmee was de Somali erkend als officieel ras. De vraag is nu hoet het mogelijk was dat er opeens langharige Abessijnen, Somali's dus geboren werden. Rond 1900 zijn er verschillende experimentele kruisingen gedaan met de Abessijn. Ze werden o.a. gekruist met Perzische langharen en Angora's. Nu is het gen voor lange haren bij katten recessief en het gen voor korte haren dominant. Dit betekent dat nazaten van een Abessijn en een langharige kat qua uiterlijk kortharig zijn, maar wel het langhaar-gen verborgen dragen. Worden er nu twee kortharige Abessijnen met elkaar gekruist die allebij verborgen het halflanghaar-gen dragen, dan is er 25% kans dat een kitten zowel het halflanghaar-gen van de vader als ook die van de moeder erft, waardoor er een halflangharige kat ontstaat, in dit geval dus een Somali.

Lynn-Lee's Pollina, een wildkleur Somali poes uit het eerste volledige Somali-nest

Nu is het bijzonder onwaarschijnlijk dat George de eerste langharige Abessijn was. Echter als er langharige Abessijnen in een nest ontdekt werden, dan werden deze stilletjes van de hand gedaan, want ze hoorden nu eenmaal niet in het nest voor te komen. Dat het voorkomen van langharige Abessijnen in de nesten eigenlijk algemeen bekend was onder de fokkers bleek wel toen niemand verbaasd was toen deze uiteindelijk in de openbaarheid werden gebracht.

Alle lijnen waar Somali's uit voort zijn gekomen bleken uiteindelijk terug te voeren te zijn op vier Abessijn katers die in de jaren zestig voor nakomelingen hadden gezorgd. Hun gezamenlijke voorvader was de Abessijn kater Raby Chuffa of Selene, geboren op 4 april 1952 in Engeland die het jaar daarop naar Amerika geëxporteerd werd. Raby Chuffa of Selene stamt af van de poes Roverdale Purrkins die er wel uitzag als een Abessijn, maar waarvan de afkomst onbekend was. De in 1956 overleden Roverdale Purrkinns wordt gezien als de oorsprong van het halflanghaar-gen van onze huidige Somali's.

stamboom Raby Chuffa of Selene

In 1977 importeerde Jutta Broisch uit Keulen het eerste paartje in Europa vanuit Amerika. Het waren Foxtail Star Trek en Junee Noel. In 1979 importeerden Saskia en Klaas van Wijk (cattery Benvenida) de Somali poes Nephrani's Royale uit Amerika en mevrouw Reiny van Haeringen-Schoo (cattery Van Candace) de sorrel Somali kater Tigerlily's Sir Rodger en later nog de Somali wildkleur poes Nephrani's Royale. Zelf fokte ze de Somali poes Rani Anjuli van Candace. In de beginjaren van de Somali zien we voornamelijk wildkleur en sorrel Somali's. Halverwege de jaren tachtig komen er ook blauwe en fawn Somali's in beeld, veelal in combinatie met zilver.

Rani Anjuli van Candace, Somali wildkleur poes

Tigerlily's Sir Rodger, Somali sorrel kater

Literatuur: Abessijnen en Somali's door Jean-Paul Maas
Somalikatzen door Silke Offschinski
Een kat... is een kat, is een kat door J.M. Lucardie